zondag 3 augustus 2008

Doi Suthep, Doi de Olifant en het Palong dorp

Hier zijn we weer met een update van de belevenissen. We zijn vrijdag naar de grootste tempel van Thailand gegaan, op ruim 1100 meter ligt de Suthep tempel die je bereikt met 306 treden. Iedere Boeddhist is verplicht om eenmaal in zijn leven dit oord te bezoeken en zich te laten zegenen door de monnik. Ook Tim en ik zijn door de knieen gegaan want ook buitenlanders mogen het ritueel ondergaan. Overigens heeft dit weinig weg van religies zoals we die in Europa kennen. Integendeel. Hier draait alles om geluk en liefde en is alle eerbied gericht op alles wat leeft. Zondaars kennen ze hier niet en ook geen geweld dat met het westerse geloof verband houdt. Geluk en vrede voor mensen, dieren en de natuur. Tim en ik hebben onze eigen Boeddha opgezocht die verband houdt met de dag waarop je geboren bent. Tim de vrijdag Boeddha en ik de zondag Boeddha. De Suthep tempel kent een gouden Boeddag van 30 meter hoog!
De volgende dag zijn we vroeg gewekt voor onze tweedaagse trekking naar Pai. Eerst zijn we naar het olifanten-trainingskamp geweest waar de dieren leren hout te slepen uit de jungle. Daarna hebben we met de gids inkopen gedaan (groente en vlees) voor het avondeten dat jij zou bereiden. Na 90 minuten door de bergen rijden is het afgelopen met de weg en zijn we aan de 3 uur durende klim begonnen naar het nomadenvolk van de Palong. Dit zijn vluchtelingen uit Birma van Tibetaanse afkomst. Zij worden door de Thai geaccepteerd als vluchtelingen en mogen in de bergen hun dorpen bouwen. Zij trekken iedere 10-15 jaar verder als het land niet meer vruchtbaar is. Vanaf een laatste bewoond dorp zijn we op olifanten verder vervoerd naar onze eindbestemming, het Palong dorp. Het rijden op die beesten is grandioos. Ze trappen wel een halve meter door de modder en schuwen het niet zo af en toe enkele maisstruiken met wortel en al uit de grond te rukken. We zitten er met drie man op maar dat hindert de olifant niet. Prachtig beest, we zijn nu al verliefd op de onze, genaamd Doi. In het dorp worden we door de stam vriendelijk begroet en welkom geheten. Zij hebben met bamboe een speciaal gastenverblijf gebouwd waar we hebben overnacht. Absoluut een van de mooiste belevenissen die we ooit hebben meegemaakt. Wij zijn de bezienswaardigheid. De baby's liggen aan moeder's borst, de kippen, biggen en honden lopen door elkaar. Het is alsof je in een verafgelegen Afrikaans dorp bent gearriveerd. Er is geen elektriciteit, geen stromend water. In een hutje kunnen we ons met opgevangen regenwater douchen, terwijl de lokale stam een (overheerlijke) maaltijd bereidt. s'Avonds komen alle kinderen in lokale klederdracht voor ons zingen en wordt er gedronken en gevierd met kaarsjes op tafel. Met onze gids "Sam" vertellen we tot in de late uurtjes over het leven van deze bergvolken. Onder het muskietennet slapen we op bamboe en dunne matjes. ' s' ochtend om 5 uur beginnen de kippen en biggen ons te wekken en is het ontbijt (eieren) al klaar. Opnieuw loopt het dorp uit om kennis te maken terwijl we ons opmaken voor een nieuwe tocht door de jungle, ditmaal zonder onze olifanten. We bezoeken nog een andere minderheid, de Karen en aan het eind van het dorp gaan we bamboevlotten de rivier af naar onze eindbestemming waar ons de truck terugbrengt (vol ervaringen) naar Chiang Mai. Uitgeput, vol modder en bezweet komen we bijna schamend het hotel binnen waar we ons alweer moeten opmaken voor de bestemming morgen, de Gouden driehoek, het beruchte Opiumgebied aan de grens met Laos en Birma. Tot binnenkort!

2 opmerkingen:

Anoniem zei

ogdHoi Marina,Albert en Tim,
als ik het zo lees zien jullie heel
wat.Op dit moment valt er hier een fikse bui.Het wandelen is nog niks van terecht gekomen,denk dat Wilfried z'n wandelschoenen kwijt is.
Nou blijf er lekker van genieten ik lees het binnenkort wel weer.
Tot schrijvens liefs Petra.

Anoniem zei

Ik denk dat ik maar alvast ga boeken......
Klinkt geweldig allemaal.

Gr,

Patrick